Wednesday, February 02, 2011

It's a men's world

Ruim een week in Nazareth en redelijk ingeburgerd. Aangezien ik maar vijf uurtjes per dag werk, en mijn werkdag nooit vroeger dan om 14.00 uur begint, ga ik er elke ochtend op uit. Soms naar één van de heuveltoppen rondom Nazareth (de stad is in een soort natuurlijke kom gebouwd, dus ik mis een weids uitzicht), soms verdwaal ik in het netwerk van kleine straatjes in de oude stad, of ik heb de optie om met de fiets de omgeving te verkennen. Dat laatste heb ik nog maar één keer gedaan, omdat fietsen hier nogal een uitdaging is.

Het is oké om hier te zijn, maar ik ben er nog niet helemaal fan van. De vrije tijd is heerlijk. Ik heb ruim voldoende tijd om alles te verkennen. Maar ik heb nog weinig contact met de locals. Ook niet met het personeel dat hier werkt. De connectie is er nauwelijks. Mogelijk omdat ik me een beetje op de achtergrond hou, wetende dat ik hier maar vier weken ben. Of omdat ik, in ieder geval de eerste week, met mijn hoofd nog een beetje in NA zat. Of misschien omdat er gewoon niet zo veel gemeenschappelijk is. Ik wil de komende dagen meer mijn best doen om er iets cools van te maken en om de stad en de bevolking beter te leren kennen.

Het werk is bijzonder makkelijk. Ik ben receptioniste, maar momenteel is het heel rustig met gasten. De eerste dagen hoefde ik bijna niets te doen. De gasten thee en koffie aanbieden bij binnenkomst. Een cake of iets dergelijks bakken, zodat we vers gebak hebben. Zorgen dat de gemeenschappelijke keuken netjes is en eventueel de gemeenschappelijke toiletten en badkamers in de gaten houden. De rest van de tijd zat/zit ik in de lobby met mijn laptop of een boek. Om 19.00 uur zit mijn werk er op en hang ik meestal wat langer rond in de lobby. We hebben geen internet in ons vrijwilligershuis, dus in de avonden doe ik research of lees ik het niews in de lobby. Koken doen we vaak ook in de keuken van de Inn. De gezelligheid is in het hostel, niet in het vrijwilligershuis.

Afgelopen weekend had ik de luxe van vier vrije dagen op rij. De eerste twee dagen ben ik op bezoek gegaan bij vrienden van Nes Ammim. Zonder dat het mijn bedoeling was belandde ik weer in de kibbutz. Maf om iedereen daar te zien, nadat ik nog geen week weg was. De overige twee dagen ben ik naar Nablus gegaan om Jesse te bezoeken. Door een miscommunicatie pikte hij me niet op bij het checkpoint. Ik wachtte ruim 1,5 uur nadat ik het checkpoint door was. Ik werd onder de hoede genomen door een veertig jarige kerel, die vanuit zijn busje zoetig gebak verkocht. Hij sprak prima Engels, had in hostels in Israel gewerkt en woonde nu blak bij Jenin met zijn vrouw en zes kinderen. Ik ben me ervan bewust dat een vrouw alleen in een Arabische, door mannen gedomineerde, samenleving wat extra voorzichtigheid met zich mee brengt. Maar na een week Egypte, eerder in januari, kan ik heel wat hebben. Deze man, Badr, kwam oké over en we konden normaal met elkaar kletsen. Over zijn kinderen, zijn werk in hostels, hoe hij mensen die het checkpoint oversteken aan een lift helpt, over mijn jaar in de kibbutz, over Nablus, over trouwen en hoe je een relatie start in Europa, over chatrooms, over de Palestijnse Autoriteit en de onlusten in Egypte. Ondanks dat hij later mijn e-mailadres en telefoonnummer wilde weten (die ik uiteraard niet gaf), voelde ik me op mijn gemak. De jongere jongens die er omheen zwerfden en me doordringend aanstaarden, waren veel irritanter. Maar die wimpelde Badr stellig voor me af met de woorden 'ze is niet op zoek naar een man om mee te trouwen. Dat doen ze in Europa niet zo jong'. Toch kreeg ik het advies om een man te vinden en gauw te trouwen, toen ik besloot verder te reizen met een service-taxi.
In Jenin moest ik een aantal straten lopen richting de bus naar Nablus. Ik sprak een vrouw aan op straat om te vragen waar ik naartoe moest, en vanuit het niets was daar een oude man, aan zijn outfit te beoordelen een boer, die me op sleeptouw nam. Haast alsof hij wilde voorkomen dat jongere kerels me zouden aanspreken. Hij sprak nauwelijks Engels, maar wist me bij de juist bus af te zetten. Eenmaal in Nablus wist ik de weg nog te herinneren van een eerder bezoek en vond ik Jesse, mijn mannelijke chaperone voor de rest van het weekend.
De terugreis deed ik weer alleen. En in Jenin werd ik opnieuw onder de hoede genomen door een vriendelijke kerel die Engels sprak. We praatten wat over zijn baan, en de verbeteringen die de PA volgens hem in de Westbank had gecreeerd. Hij waarschuwde me 'je moet wel voorzichtig zijn als je alleen reist tussen Nablus en Jenin'. En bracht me toen naar de juiste bus.
It's a men's world out there. Ik voelde een soort spanning tijdens het reizen. Wist dat ik de mannen niet te vrij in de ogen moest kijken, hield me warm aangekleed en ging bewust niet naast een man zitten in de bus. Maar wat me in het bijzonder bij blijft, waren die paar vriendelijke mannen zonder bijbedoelingen, die me onder hun hoede namen en me veilig door de stad brachten. Ergens ook dubbel, omdat ik me af vraag waarom ik uberhaupt bescherming nodig heb. Waarom een samenleving zo ingericht is dat een vrouw niet veilig alleen over straat kan. Ik denk dat ik ooit volledig zal begrijpen waarom dat is zoals het is.

Al met al zijn het kostbare ervaringen en herinneringen. Na Nazareth ga ik voor twee weken naar de Negev woestijn. Werken bij een gezin, waarvan de vrouw Nederlandse en christen is, en de man Israelisch en messiaans joods. De details over dat project volgen later. Ik ga in ieder iets doen met kinderen (ik geloof bedouinen kids), klussen en wat schoonmaken. Weer iets en ergens anders. Ik ben nog niet klaar met Israel!

1 Comments:

Anonymous *Martha* said...

Je bent nog niet klaar met Israël en Israël volgens mij ook nog niet met jou. Prachtige avonturen die je nu meemaakt Suus!

1:33 PM  

Post a Comment

<< Home