Tuesday, May 18, 2010

Bezoekersmaand

Gras verdort en bloemen vergaan, maar mijn leventje in Nes Ammim blijft voorlopig nog even bestaan. Een lange stilte ontsierde mijn blog en de mooie bloemen die ik de laatste keer op mijn weblog zette zijn helaas uitgebloeid. De zomer is aangekomen in Nes Ammim en sinds vandaag is het zwembad geopend.

Maar de stilte op mijn weblog betekende geen stilte voor mij zelf. Zeker niet. Want ik was volop aan het werk óf aan het genieten van uitstapjes met familie en vrienden die me kwamen bezoeken!

In chronologische volgorde:
21-22 april ging ik met twee vrienden, Sharon en Jolan, naar Tiberias. Gepuzzeld met het OV, een smoezelig hostel, maar heerlijk weer. We hebben het graf van Maimonides bezocht (een grote Joodse filosoof), uit eten geweest langs het meer van Tiberias, de 'shrine van Shu'aib' bezocht (een grote profeet van het Druzisme), geslenterd langs de winkels in de stad en op de tweede dag gingen we naar Tsfat. Deze stad ligt hoog op een berg, is het centrum van de Kabbala en stikt van de kunstenaars. Wandelen in deze stad betekend vooral veel trappen beklimmen of afdalen, maar de nauwe straatjes zijn heel gezellig. Bovendien zit er op elke hoek een galerie waar je binnen kunt lopen, dus we hebben veelvuldig kunst bekeken. Maar wat me nog het meest bij staat van deze trip zijn de leuke gesprekken met twee kunstenaars. Te veel om allemaal op te schrijven, maar erg boeiend. Na deze dagen reisde ik terug naar Nes Ammim om mijn ouders te ontmoeten. Mijn vrienden bleven nog twee dagen.

23-25 april: ik kwam om tien uur thuis. Snel nog even slapen, want om drie uur 's nachts kwamen mijn ouders met hun huurauto'tje aan in Nes Ammim. Dikke knuffels, maar ook vlot naar bed. Bijpraten deden we pas de volgende dag toen we in de auto stapten en gingen toeren langs de grens met Libanon. Schitterende uitzichten over de kuststrook, mooie doorkijkjes in het dal door/onder de Queshet Cave. Al toerend belandden we in Tsfat waar we snel een broodje aten. Vandaar keerden we om en reden we weer terug om in Nes Ammim aan te schuiven bij de Erev Shabbat maaltijd. 's Avonds pakten we nog een terrasje langs de kust in Akko. De volgende dag stapten we opnieuw in de auto om natuurpark Gamla te bezoeken op de Golan hoogvlakte.

Net voor Tiberias maakten we een tussenstop bij de kliffen van Arbel. Een berg die eruit ziet alsof hij in tweeën gespleten is. En vanaf de top loopt de bergwand dus steil naar beneden. Wilde ik al eens bekijken sinds ik er jaren terug een foto van gezien had. Vervolgens via de zuidkant, via een snelsteigende weg met veel haarspeldbochten, de Golan op gereden. Eenmaal bij Gamla werd ons uithoudingsvermogen flink op de proef gesteld. Vooral die van papa. Omdat we ook graag de ruines van de stad Gamla wilden zien, besloten we het klauterpad naar beneden te nemen. Een steile afdaling van één kilometer over rotsblokken en tussen het struikgewas door. "Voor ervaren wandelaars". Wij overschatten onszelf wel vaker als het om bergpaden gaat, dus inmiddels zijn we dat misschien ook wel.... ;-) Het was onze bedoeling om de terugweg via het rolstoelpad te nemen, zodat we het rustig aan konden doen. Na een veilige afdaling bleek echter dat deze route gesloten was. De enige weg terug, was de steile berghelling. Na flink wat drinken en uithijgen besloot paps maar meteen weer terug te gaan. Omdat zijn conditie te wensen overlaat had hij meer tijd nodig dan mams en ik. Wij gingen dus nog door om de ruines te bekijken, en paps begon op zijn eigen tempo aan de klim. Toen wij ruim een uur later boven aankwamen, was hij net vijf minuten boven en hadden we even tijd nodig om bij te komen. Het was warm, zweterig en vermoeiend, maar ook erg mooi. Na het uitpuffen stapten we weer in de bloedhete auto (die gelukkig van airco voorzien was) en reden rustig richting Tiberias. Daar pikten we Sharon en Jolan op en reden vervolgens naar Rosh Pinna om lekker uit eten te gaan. Prijziger dan ik me herinnerde (en dan de Lonely Planet schrijft), maar nog net zo lekker aten we bij Rafa's. Gezellig gekletst en erg leuk dat mijn vrienden en ouders elkaar ontmoetten.
De laatste dag bezochten we Nahariya, pakten we een terrasje en deden we boodschappen bij de supermarkt in Regba en aten we een flinke sandwich bij Mr. Donuts & mrs. Pizza. En daarmee kwam er een eind aan het bezoek, want Jeruzalem wachtte op hen. Opnieuw dikke knuffels, maar nu vergezeld van een aantal tranen. Dag!! Fijne vakantie nog.

Vervolgens waren daar een aantal werkdagen en toen, van 30 april-2 mei was daar het Jerusalem seminar. Met ongeveer twintig Nes Ammimniks hadden we een studieweekend in Jeruzalem. Onze gids gaf vooral veel informatie over het feit dat bijna alles in Jeruzalem een 'tussenin' is. Tussen hemel en aarde, tussen hemel en hel, tussen minderheid en meerderheid, tussen oost en west, tussen... en ga zo maar door. Dat maakt het een unieke, interessante, maar ook zeer complexe stad. We bezochten diverse plekken en moesten ons soms bescheiden kleden omdat we orthodoxere wijken bezochten.
Bijzonder moment tijdens de trip was het begroeten van de shabbat bij de Westelijke Muur. Want voor mij was het ook begroeting van mijn ouders, een aantal kennissen van Christenen voor Israel, maar ook Aafke!! Wat een verrassing om haar daar te zien. Een week later zou ze naar Nes Ammim komen, maar nu was ze daar opeens al. Heerlijk om de shabbat te beginnen met mijn ouders en vrienden.

Na het seminar was daar opnieuw een werkweek met idioot lange werkuren. Op de 7e mei kwam Aafke naar Nes Ammim. De eerste twee dagen moest ik nog gewoon werken, maar tussen de ochtend en avonddienst dienst door was er tijd om naar het strand te gaan, haar rond te leiden door het dorp, boodschappen te doen bij de Faisal en natuurlijk om lekker bij te kletsen over ons wel en wee. Op zondag 9 mei namen we de trein naar Ben Gurion, om daar ook Maaike te ontmoeten. Vandaar stapten we als drie 'independent women' in een huurauto en reden naar het warme(re) zuiden. Airco aan, cd'tje in de speler en flink wat flessen water om ons voor te bereiden op de woestijn. Op de plaatst van bestemming nog bijna vastgelopen op de geulen in de weg, maar gelukkig ging het net goed. En Be'erotayim, ons bedoeïenenresort, was weer waanzinnig. We hadden een kamer met uitzicht op de woestijn.
Nadat we ons een beetje geïnstalleerd hadden, stapten we alledrie in een hangmat en genoten van de warmte, de stilte, kruidenthee en verse limonade. Alleen de vliegen waren erg irritant. We dachten even, en dat werd ons ook verteld, dat we de enige gasten zouden zijn. Groot was dus onze teleurstelling toen er opeens een twaalf-man-grote Nederlandse familie aan kwam zetten. Gelukkig hadden we weinig 'last' van ze. Het eten 's avonds was ontzettend lekker, dus we smulden onze buiken er meer dan vol van. Extra vervelend was het dus dat ik 's nachts flink moest overgeven. We hadden bedacht dat we lekker buiten konden slapen, maar ik heb meer van het toiletgebouw gezien dan van de sterrenhemel. Boohoo! De volgende ochtend was ik dus zo slap als een vaatdoek en maakte me vooral zorgen hoe ik voldoende vocht binnen kon houden. Ik vroeg dus advies bij het personeel en dook daarna mijn bed weer in. Gelukkig kwam mijn maag tot rust en kon ik lekker bij slapen. Maaike en Aafke gingen per kameel de woestijn in, ondanks een fikse chamsien (hete oostenwind). Zij moesten de tocht alleen helaas inkorten, omdat het een zandstorm werd. De rest van de dag hingen we dus in de hangmat, dronken we kruidenthee, hadden we een lekkere lunch (tegen die tijd durfde ik voorzichtig weer een stukje brood te eten), sliepen we, lazen we onze boeken en kletsen we af en toe was. Het was vooral een hele luie dag. Halverwege de middag voelde ik me weer redelijk fit en begon weer rond te wandelen. 's Avonds hadden we opnieuw een heerlijk diner, waar ik dit keer voorzichtig van at. Na het eten zaten we nog een tijdje bij het kampvuur en genoten van de sterrenhemel.

De volgende ochtend zat onze woestijntrip er al weer op. Een stoffige auto stond op ons te wachten en al toerend gingen we dit keer richting Tel Aviv. Op aanraden van Kathinka, de manager van Be'erotayim, maakte we nog een tussenstop in Shivta; een schitterende oude stad (de ruines ervan althans) midden in de woestijn. Zeer de moeite waard.
Eenmaal in Tel Aviv aangekomen moesten we even zoeken naar het inleverpunt van de huurauto. Maaike loodste ons als een ervaren Israelische automobiliste door het drukke verkeer. We knepen 'm nog even toen ze een rondje om de auto liepen om te controleren of alles er goed uitzag, maar ze zagen niets aan de banden en doken gelukkig niet onder de auto om te checken op beschadigingen. Wie weet volgt die rekening nog wel...

In Tel Aviv vermaakten we ons met strand, terrasjes, de shoeks, luieren, kletsen, zwemmen, cocktails, de bioscoop, slenteren en zonnebrand smeren. Maar ook daar kwam een eind aan en toen moesten Aafke en ik afscheid van elkaar nemen. Opnieuw dikke knuffels.
Maaike en ik reisden met wat moeite met het OV terug naar Nes Ammim. Daar hadden we nog één dag dat ik vrij was en we samen leuke dingen konden doen. Uiteraard ontbrak een rondleiding niet. En ook wij bezochten het strand, Nahariya en de supermarkt. We gingen ook nog een middag naar Akko met Jolan, zijn zus en Sharon. Verder keken we filmpjes samen, ontbraken de massages niet, aten we ijs en hielp Maaike ook nog een beetje mee met het werk. De ochtend van het vertrek was even spannend, omdat we alweer sprake was van aswolken boven Nederland. Vol spanning namen we dus afscheid, maar gelukkig ging de vlucht 's middags gewoon door.

Al met al was het dus een enerverende maand en was de stilte op mijn weblog niet voor niets. Het was ontzettend gezellig om al deze mensen op bezoek te hebben. Bijzonder dat zij nu weten hoe mijn leventje hier eruit ziet; wie al die mensen zijn waar ik mee samen leef, hoe mijn omgeving eruit ziet, wat voor eten ik eet, wat voor werk ik doe, hoe warm het hier is, wat we doen met shabbat etcetera. En voor mij is het natuurlijk erg leuk om weer live bij te praten en elkaar weer te zien en te knuffelen. De komende maanden verwacht ik even geen bezoek, en zal ik vooral veel werken. Maar ik kijk al weer uit naar het najaar, want dan komt de volgende bezoekenreeks. Tot dan!!